Een cilinder gebruiken
Gebruikt u een cilinder met een ingebouwd reduceerventiel? Volg dan stap 4 tot en met 10.
Zorg dat u schone handen heeft, en dat er geen vet aan zit.
1. Neem een volle cilinder en verwijder het plastic van de bovenkant.
2. Houd het reduceerventiel recht voor de opening en schroef de grote geribbelde handmoer vast.
Let op: draai het reduceerventiel ‘handvast’. Gebruik geen tang of sleutel.
3. Controleer of het reduceerventiel dicht staat (stand 0).
4. Houd de cilinder met de aansluiting van het reduceerventiel van u af. Draai met het handwiel de hoofdkraan van de zuurstofcilinder langzaam open.
Het reduceerventiel geeft nu een waarde aan van ongeveer 200 bar.
5. Sluit nu de hoofdkraan weer.
De manometer (‘het klokje’) moet op 200 bar blijven staan en mag niet teruglopen. Als de meter toch terugloopt, is het reduceerventiel niet goed aangesloten. Sluit in dit geval het reduceerventiel opnieuw aan.
6. Sluit het zuurstofbrilletje aan op de zuurstofaansluiting van het reduceerventiel.
7. Draai de hoofdkraan van de zuurstofcilinder open.
8. Stel het reduceerventiel af op de hoeveelheid die de arts voorschreef.
Als u de cilinder niet meteen nodig heeft, draai dan de hoofdkraan dicht.
Laat de zuurstof uit het reduceerventiel lopen door deze even op de hoogste stand te zetten. De manometer (‘het klokje’) loopt weer terug naar ‘0’.